Astaxanthine en de ogen
Veel mensen brengen uren per dag achter een beeldscherm door en krijgen mede daardoor last van vermoeide ogen en hebben moeite met scherpstellen (accommoderen). Klachten van vermoeide ogen (asthenopie), die in de loop van de dag toenemen, zijn rode, lichtgevoelige, pijnlijke, geïrriteerde, droge en/of tranende ogen, minder goed zien, hoofdpijn en stijve schouders. Omdat de voeding van de gemiddelde Nederlander nauwelijks astaxanthine bevat –een stukje zalm van 240 g bevat slechts 3 mg astaxanthine–, komt deze anti-oxidant normaliter niet in het oog voor. Onderzoeker dr. Mark Tso was de eerste die bewees dat astaxanthine in staat is in het oog hogere concentraties op te bouwen. Tso liet zien dat astaxanthine allereerst de bloed-hersen barrière kan passeren en zo de hersenen kan bereiken, om van daaruit via de bloed-netvlies barrière door te dringen tot in het netvlies en de macula. Dit is te danken aan de hydrofiel en hydrofoob bindende kwaliteiten van astaxanthine, een eigenschap die ontbreekt bij andere carotenoïden, zoals luteïne en zeaxanthine. Sommige epidemiologische studies suggereren dat consumptie van groenten rijk aan luteïne en zeaxanthine de kans op de ontwikkeling van leeftijd gerelateerde oogproblemen, zoals cataract, kunnen verminderen, maar het directe bewijs van hun beschermende effect in het oog is voor luteïne wel maar voor zeaxanthine nog niet bewezen. Humane studies tonen aan dat luteïne en zeaxanthine in combinatie met alfa-tocoferol én astaxanthine de door UVB-straling veroorzaakte lipide peroxidatie van de lens wél verminderen. Hoe groot hierbij de rol van astaxanthine is, blijft vooralsnog een open vraag.
In verschillende humane placebogecontroleerde studies is aangetoond dat suppletie met astaxanthine helpt om asthenopie te verminderen. De optimale dagdosis is 6 mg; gemiddeld zijn asthenopieklachten na 4 weken tot de helft teruggebracht. Het scherpstellen verbetert vermoedelijk door een betere functie van de ciliaire (kring)spier in het oog, die door samen te trekken en weer te ontspannen zorgt voor vormverandering van de ooglens. De functieverbetering kan te maken hebben met een betere doorbloeding van het oog: astaxanthine verbetert de stroomsnelheid van het bloed, mogelijk door een betere vervormbaarheid van rode bloedcellen.
Bij mensen is aangetoond dat inname van astaxanthine (6 mg per dag gedurende 4 weken) zorgt voor een betere doorbloeding van de haarvaten in het netvlies en rond de oogzenuw. Dit impliceert dat astaxanthine waardevol is voor de preventie van maculadegeneratie en glaucoom. Astaxanthine zorgt voor afname van oogirritatie door de ontstekingsremmende werking. In een diermodel voor oogontsteking (endotoxine-geïnduceerde uveïtis) had astaxanthine een dosisafhankelijk ontstekingsremmend effect door remming van NF-κB-activering met daling van ontstekingsmarkers en –mediatoren (NO, PGE2, TNF-α). Astaxanthine helpt niet alleen bij bestaande asthenopie; preventief gebruik van astaxanthine helpt vermoedelijk ook bij het voorkomen van deze aandoening.